Aan de oostkant, de arme kant, van het Voorhout stond in achttiende eeuw een aantal huizen dat detoneerde met de chique omgeving. Deze panden hadden hun achterkant aan de Zandsloot (nu Smidswater).
![]() |
Het Pleintje van Patras in de negentiende eeuw, toen het stadspaleis het bezit was van de bankiersfamilie Hope. |
Miljonair
Anthony Patras was een bestuurder en een vermogend man. Hij bezat maar liefst 2 miljoen gulden en was de financier van de stadhouder Willem IV.
Patras bezat een woning aan het Lange Voorhout 36 (later de Koninklijke Bibliotheek en nu Huis Huguetan) en verkocht dat in 1760. In datzelfde jaar, op 24 april 1760, kocht Anthony de 'slooppanden', een blok huizen, stallen en koetshuizen. Hij liet deze direct afbreken.
De architect Pieter de Swart bouwde tussen 1760 en 1764 een kapitale woning aan het Lange Voorhout 74-76. Deze De Swart was de hofarchitect van Willem IV en ontwierp ook de Koninklijke Schouwburg.
![]() |
Het Pleintje van Patras in de winter van 1913. |
De weduwe Patras bevond zich al na een paar jaar in een lastige financiƫle positie. Op 3 september 1778 werd haar vermogen onder curatele gesteld. Bijna drie maanden later, op 30 november 1778, werd het huis Patras in de Nieuwe Doelen geveild. De koper was D. J. Baron van Heeckeren tot den Brantsenburg.
Het huis Patras is nu het Paleis Lange Voorhout / Museum Escher in Het Paleis.
Het plein
![]() |
Het Pleintje van Patras is nog herkenbaar aan de afwijkende straattegels. Deze foto werd in december 2019 gemaakt. |