Pagina 1 van 3
De gemeentearchitect Willem van der Waeyen Pieterszen ontwikkelde tot 1858 een plan voor een villapark. Hij bedacht als structuur een kruis dat gevormd werd door twee elkaar kruisende lanen, de brede Sophialaan die bij de Willemskerk uitkwam en de Alexanderstraat die de tweede viool moest gaan spelen.
Het plein
Koning Willem III verkocht een door zijn vader in de jaren veertig van de negentiende eeuw aangelegd park in 1855 aan de gemeente Den Haag. Hier kwam tussen 1860 en 1865 de eerste stadsuitbreiding tot stand met een monumentale aanleg die uniek is in Nederland.
Het ontwerp voor het Willemspark was van de gemeentearchitect W.C. van der Waeyen Pieterszen en viel in twee delen uiteen: Willemspark I en Willemspark II. In het hart van de nieuwbouwwijk Willemspark I werd het Plein 1813 aangelegd, met het stratenkruis Alexanderstraat-Sophialaan dat wordt gedomineerd door het gedenkteken.
De villa's
De bebouwing bestond en bestaat uit vier villa's in eclectische stijl, gebouwd in een parkachtige aanleg met veel groen. De forse middenpartijen van de villa's zijn driezijdig naar voren uitgebouwd of rechthoekig en worden bekroond door een fronton.
Villa 1
Villa 1
De villa op no.1 werd gebouwd voor oud-minister van Financiën A. Vrolik. Het eclectische, gepleisterde pand bestaat uit een souterrain, bel-etage en een verdieping met balkon en bekronende, getoogde dakkapel. In 1923-1925 vond een verbouwing plaats, waarbij de portaaluitbouw tegen de linkergevel en een grote hal werden gerealiseerd en waardevolle, historische interieuronderdelen van elders werden aangebracht. De voormalige eetzaal werd uitgerust met stucplafond, schoorsteenmantel met gebeeldhouwd relief en betimmeringen (ca.1740).
Het voormalige furnoir aan de achterzijde bezit een plafondschildering op doek van Jacob de Witt, omgeven door Lodewijk xv-stucwerk en een marmeren schoorsteenmantel in Lodewijk x v -stijl. Het trappenhuis bezit op doek geschilderde arcadische taferelen. In 1889 werd de villa gekocht door mr.Th.F. Thurkow, wiens familie het 101 1978 bewoonde. Nu is het de ambtswoning van de Britse ambassadeur.
 |
Het eclectische, gepleisterde pand op nummer 1 bestaat uit een souterrain, bel-etage en een verdieping met balkon en bekronende, getoogde dakkapel. |
Villa 2
Villa 2
De eclectische villa van Q. Wennekers op no.2 is gepleisterd en bestaat uit een parterre en een verdieping. De getoogde vensters hebben kroonlijsten of stucbekroningen. Onder de vensters van de verdieping zijn decoratieve gietijzeren raamhekjes toegepast. De vensters van de middelste as zijn later gewijzigd. Ook de quasiachttiendeeeuwse roedeverdeling in de ramen dateert uit een latere periode. Architect J.P.C. Swijser was tevens een van de stichters van de villa op no.3-3a.
De gebosseerde gepleisterde villa wordt bekroond door een attiekvormige dakkapel met fronton en siervazen op de hoeken. Tegen de verdieping van de risaliet is een breed balkon op consoles te zien. In de eetkamer bevindt zich een van elders afkomstige schoorsteenmantel in renaissancestijl uit de eerste helft van de zeventiende eeuw, met gebeeldhouwde wangstukken en in hout gesneden boezem.
In de jaren zestig van negentiende eeuw woonde hier Henri Charles Bekking. Deze vriend van Eduard Douwes Dekker (Multatuli) was de oud-resident van Rembang, Indie. Hij verkocht het pand aan jhr. Jan Cornelis Reynst (1798-1871), de opa van schrijver Louis Couperus. Sinds 1955 was het de ambtswoning van de ambassadeur van Pakistan. Later woonde hier Joseph Luns als minister van Buitenlandse Zaken. Het is nu Het Buitenhuis.
 |
Plein 1813 nummer 2 bestaat uit een parterre en een verdieping. De getoogde vensters hebben kroonlijsten of stucbekroningen. Deze foto werd in december 2015 gemaakt. |
 |
De monumentale hal van de villa op het Plein 1813 huisnummer 2. |
Villa 3
Villa 3
In het huis, waar de familie Bogaardt woonde, Plein 1813 nr. 3, is nu de Pakistaanse legatie gevestigd.
 |
Deze gebosseerde gepleisterde villa op huisnummer 3 wordt bekroond door een attiekvormige dakkapel met fronton en siervazen op de hoeken. |
Villa 4
Villa 4
No.4 is gebouwd in een sobere, eclectische stijl in opdracht van mr. J.C.W. Merkus. De architect is onbekend. De middenpartij bezit een attiekverdieping boven de kroonlijst. Aan de achterzijde is het huis later uitgebreid. Het ministerie van Algemene Zaken hield hier vanaf de oorlog tot 1977 kantoor. Daarna kwam het gebouw in gebruik bij de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid.
De stadsvilla werd in 2016 door het Rijksvastgoedbedrijf verkocht aan de staat Israël voor 4 miljoen euro. Om het pand als ambassade te kunnen gebruiken moest het van binnen met een dikke betonconstructie bekleed worden. In november 2018 besloot Israël ‘eenzijdig’ dat het toch afzag van de huisvesting.
 |
Deze vila op nummer 4 is gebouwd in een sobere, eclectische stijl in opdracht van mr. J.C.W. Merkus. De middenpartij bezit een attiekverdieping boven de kroonlijst. Het huisnummer 5 staat achter dit pand en is niet zichtbaar vanaf Plein 1813. |
 |
Het Onafhankelijkheidsmonument vlak na de onthulling op 17 november 1869. De gemeente Den haag wilde niet dat het monument bezoedeld werd en liet daarom een hek plaatsen. Het plantsoen werd in 1901 aangelegd. Het hek werd in 1952 weer verwijderd. |
Het plein
Het plein heeft als structuur een kruis dat gevormd wordt door twee elkaar kruisende lanen. De brede Sophialaan, die bij de Willemskerk, (een voormalige manege) uitkwam, werd bij de aanleg gezien als de hoofdstraat en de Alexanderstraat zou de de tweede viool moeten spelen. De werkelijkheid is echter weerbarstiger want de Sophialaan is een slaperig straatje geworden en de Alexanderstraat de doorgaande weg.
De huisnummers 1 t/m 4 dateren uit 1860. Huisnummer 3a is afgesplitst van nummer 3. Huisnummer 5 staat op het terrein van nummer 4 en dateert uit 1984.
Twintig jaar later kwamen verderop in de stad in het Zeeheldenkwartier drie pleinen tot stand die op één lijn kwamen te liggen met Plein 1813. Het Anna Paulownaplein, het Prins Hendrikplein en het Koningsplein zouden door een zichtas met elkaar, maar vooral met het Plein 1813 verbonden worden. Dit plan is echter nooit gerealiseerd.
 |
De paardenkastanjes gefotografeerd in december 2015. |
De 36 paardenkastanjes om het plein kennen hun eigen geschiedenis. De oudste werden in 1936 als ongeveer 25 jaar oude bomen geplant.Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden ze omwikkeld met prikkeldraad om te voorkomen dat ze gekapt zouden worden. De sporen zijn nog in de bast te zien.
De acht gietijzeren sierlantaarns bij het monument op Plein 1813 zijn in 1859 gegoten in Den Haag bij de IJzergieterij Enthoven.
Het plan
In 1863 was het precies vijftig jaar geleden dat het koninkrijk tot stand kwam en dat was een goede aanleiding om een groot monument te plaatsen om de onderdanen te herdenken én te inspireren voor de toekomst.
 |
Het Plein 1813 gefotografeerd in 1880 door Maurice Verveer, de broer van de bekende Haagse schilder Salomon Verveer. |
In het plan van gemeentearchitect Van der Waeyen Pieterszen was al rekening gehouden met de plaatsing van een nationaal monument. De eerste steen werd in het kroonjaar 1863 gelegd. Er ontstond echter zoveel rumoer dat het uiteindelijke monument pas in 1869 werd voltooid.
De commissie
Er werd in 1863 een commissie samengesteld die moest bepalen wat voor vorm het monument zou moeten krijgen. Op de samenstelling van deze commissie, voornamelijk industriëlen, kwam vanuit vooral de liberale hoek kritiek.
Tegenstanders waren bang dat het een eerbetuiging aan koning Willem I zou worden en dat het in mindere mate zou gaan om een herdenking van de onafhankelijkheid van Nederland. Dit probleem werd opgelost door de uitbreiding van de commissie met twee ereleden en elf afgevaardigden uit de hoofdsteden der Nederlanden.
De wedstrijd
Daarna kon de prijsvraag uitgeschreven worden. De inzendingen werden niet onder de naam van de architect ingeleverd maar onder een thema. Pas na de keuze zou het thema gekoppeld worden aan de naam van de uitverkoren architect. Het idee erachter was dat de jury dan alleen op de kwaliteit zou letten en niet op de naam en faam van een architect.
 |
Het ovaalvormige Plein 1813, dat wordt gedomineerd door het nationale gedenkteken. Deze luchtfoto komt uit 1961. |
De tekst van de opdracht luidde: 'De Hoofdcommissie voornoemd verlangt het ontwerp van een bronzen of marmeren gedenkteeken (monument), op te rigten in het Willemspark te 's-Gravenhage, als eerre "nationale hulde van liefde en dank aan de Grondleggers van Nederlands herstelling en aan Nederlands Eersten Souvereinen Vorst en later Eersten Koning Willem, wiens onverwijld manmoedig en beleidvol optreden hem den welverdiende eernaam verwierf van Nederlands Hoofd en Redder". Het monument mocht maximaal f 70.000 kosten.
Vosmaer
In totaal werden 28 ontwerpen ingezonden, maar twee voorstellen sprongen er uit: een onder het motto NO (de afkorting voor Nederland Oranje, Nederland Onafhankelijkheid of Nassau Oranje) en een met Ebenhaëzer als thema. De jury gaf voorlopig de voorkeur aan het eerste voorstel, dat afkomstig bleek van de beroemde katholieke architect Pierre Cuypers.
Niet iedereen was overtuigd van deze keuze. In het tijdschrift De Nederlandsche Spectator maakte de belangrijke publicist, de protestantse Carel Vosmaer het uit voor middeleeuws, een scheldwoord in bepaalde kringen: 'Nooit mag het herboren optreden van onze natie worden voorgesteld door eene symboliek uit den tijd waarin kerkelijke, maatschappelijke en staatkundige denkbeelden heerschten, met welke wij voor goed gebroken hebben'.
 |
Model van het nationaal-gedenkteken. Dit exemplaar is 98 cm hoog en is vervaardigd van gebronsd koper, verguld koper. Er was ook een zilveren kopie dat ongeveer 1,2 meter hoog was. Dit zilveren exemplaar werd in augustus 1870 aan Prins Frederik een aangeboden, ter herinnering aan de oprichting van het monument van 1813. |
Andere vooraanstaande burgers en kunstenaars mengden zich in de strijd: onder hen de kunstschilder Bosboom, de architect Leliman (beiden voor het ontwerp Ebenhaëzer) en de literatoren Hofdijk,
Alberdingk Thijm en Jacob van Lennep en de abt Brouwers (voor het ontwerp Nederland Oranje).
Cuypers neogotiek kon dus wat Vosmaer betreft nooit de essentie van Nederland uitdrukken. Hij gaf dan ook de voorkeur aan het voorstel van W.C. van der Waeyen Pieterszen en J.Ph. Koelman dat was gebaseerd op klassieke voorbeelden. De commissie liet zich overtuigen. Op 27 oktober 1864 draaide zij haar advies om en verklaarde bijna unaniem dat Ebenhaëzer de winnaar was.
Eerste steen
Een jaar eerder, in 1863, had de koning echter al de eerste steen gelegd, compleet met tribunes en pandjesjassen, hoge hoeden en vooral toespraken: "Ter eeuwiger gedachtenis van het halve Eeuwfeest van Nederlands herstelde onafhankelijkheid heeft zijne majesteit Willem de Derde, Koning der Nederlanden op den 17 november 1863 den eersten steen gelegd van dit Nationaal Gedenkteken." De voorlopige naam van het plein werd toen veranderd van Willemsplein naar Plein 1813.
Het monument
Belgen
Twee Belgen, de gebroeders Jaquet kregen de opdracht het monument te realiseren. Het geheel werd uitgevoerd in de nieuwe galvanoplastische methode van gieten. Hierbij werd het beeld in zink gegoten en vervolgens bedekt met een dunne koperlaag - een goedkope, maar niet erg duurzame procedure.
 |
Gijsbert Karel van Hogendorp, Frans Adam van der Duyn van Maasdam en Leopold van Limburg Stirum vereeuwigd op het monument Plein 1813. |
De Belgische beeldhouwers stuitten echter op verzet. Belgie was immers een paar jaar eerder in 1830 in opstand gekomen en onafhankelijk geworden. Er was echter geen Nederlandse beeldhouwer die zo'n grote opdracht aankon. Het alternatief zou een Franse beeldhouwer zijn en dat idee was helemaal uit den boze. Joseph Jaquet was echter als Nederlander geboren en dat loste het probleem op.
Onthulling
Bij de onthulling van het monument werd een gedichtje van Nicolaas Beets op de muziek van Otto Nicolaï gezongen: "Sta bij Uw paleizen praal schitt'rend blijk van 't bloeiend heden de Eerste Willem in Metaal."
Op uitdrukkelijk verzoek van prins Frederik waren de Engelse admiraal Sir William Hutcheon Hall en Dirk van Duijne aanwezig. De Engelsman was in 1813 een cadet op de HMS Warrior. Dit was het Engelse oorlogsschip waarmee Willem I van Engeland naar Scheveningen was overgezet. Van Duijne had Willem I geholpen bij het overstappen in een kar die daarna naar het Scheveningse strand reed.
Tweeëntwintig meter
- Het monument is bijna tweeëntwintig meter hoog, opgebouwd uit een groot aantal elementen en vertoont diverse opschriften.
- Het is een brede, vierkante zuil op een groot voetstuk, en met een afgeplatte top, waarop een beeld van de triomferende Nederlandse maagd staat, compleet met de Nederlandse vlag en de pijlenbundel. Aan haar voeten de
verbroken ketenen (de verbroken banden met de Franse overheersing) en naast haar de leeuw, die de herrijzende volksmoed verbeeldt.
 |
Op het monument staat Willem I afgebeeld op het moment dat hij de eed aflegt op de grondwet op 30 maart 1814. Hij was op dat moment nog geen koning. Dat werd hij een jaar later op 16 maart 1815. |
Aan voorzijde staat een beeld van Willem I. Hij kijkt naar Den Haag legt de eed op de grondwet af, zijn rechterarm is daarbij geheven. De linkerhand rust op een zuiltje dat is afgedekt met de Nederlandse vlag.
- Aan beide zijkanten zijn vrouwenfiguren geplaatst die de godsdienst (biblia) en de geschiedenis (historia) personifiëren.
- Aan de achterzijde is een royale plaats ingeruimd voor drie handenschuddende heren. Zij speelden een grote rol bij de gebeurtenissen die leidden tot het ontstaan van het Koninkrijk der Nederlanden. De drie heren staan op gelijke hoogte met koning Willem I: Gijsbert Karel van Hogendorp, graaf Frans Adam van der Duyn van Maasdam en graaf Leopold van Limburg Stirum.
- Delen van de beelden zijn in de jaren 1950 vervangen. Het gehele monument is in 2004 gerestaureerd. In 2007 zijn de bronzen beelden in de was gezet om ze tegen klimatologische invloeden te beschermen.
- De architect heeft het monument linksonder aan de voorzijde gesigneerd: W.C.v.d W Pieterszen architect. Aan de voeten van de vorst is de tekst EBEN-HAEZER.* aangebracht.
Viermanschap
De samenwerking tussen de drie heren op het monument wordt samengevat als 'het driemanschap'. Maar eigenlijk bestond dit driemanschap niet. Het was een later bedachte constructie om de verwarrende gebeurtenissen aan het einde van 1813 wat overzichtelijker te maken.
J.M. Kemper en A.R. Falck staan bijvoorbeeld in de tekst op het monument net een trapje lager dan de grote drie. Op oude gedenkplaten wordt Joan Melchior Kemper echter ook herdacht. Het lijkt er daarom op dat het driemanschap oorspronkelijk een viermanschap was. Of wellicht werd bij het vaststellen van het driemanschap getwijfeld tussen de Haagse Frans Adam van der Duyn van Maasdam en de Amsterdamse Joan Melchior Kemper?
Als de nagedachtenis aan Kemper in 1863 de strijd verloor, dan werd dit wel hersteld in 1938. Bij de het gebouw van de Hoge Raad op het Plein (en nu op het Korte Voorhout) werd hij alsnog geëerd met een standbeeld.
Details
Details over het monument
Gedicht voor Dirk van Duyne
Bij de onthulling van het monument sprak de heer d'Engelbronner Dirk van Duyne toe met een vers voor de gelegenheid gemaakt door Mr. J. H. Burlage
Dirk! dat had je niet gedacht,
Toen vóór zes en vijftig jaren,
Dwars door 't schuimen van de baren
Je ons Prins Willem binnenbracht,
Dat g'eens in 'n mooijen wagen,
Hooger dan de Prins toen had,
Door de residentiestad
Als in staatsie rondgedragen,
Kalm en wel op j'ouden dag
Deelen zoudt in 't feest van heden;
Nu je, dankbaar aan 't verleden,
Aan 't jaar Dertien denken mag.
De oude wagen is versleten,
En 't paard gewis er bij.
En toch, Dirkje! juichen wij:
Want we zullen 't nooit vergeten,
Welk een kostelijke vracht
G'ons in het land weer binnenbracht.
Op je houten krot gezeten,
Dirkt wie hadt je toen voorspeld,
Dat het volk thans als een held
J' in den Haag zou welkom heeten:
Zeg, wie had dit j' ooit verteld!
De oude wagen is versleten,
En het paard er zeker bij,
En toch Dirkje! juichen wij;
Want we zullen 't niet vergeten,
Welk een kostelijke vracht
Door u werd langs 't strand gebracht.
Toen — vergeten op je bankje,
Thans met glorie en met eer
Kijkt gij op den volksdrom neer,
Die je toeroept: „Dirk, ik dankje'
Dank Van Duyne voor je werk."
't Land zat bitter in do klem;
Maar bij de eerste Oranjestem
Voelden w' ons weer groot en sterk;
En gij zelf, o oude man
Oogst er nog de vruchten van.
Vrucht! ..............
Maar vrucht door God gegeven,
('t Jonge Neerland denke er aan,)
Zijn geest heeft ons bijgestaan;
Hem zij de eere: Hij gaf 't leven ;
En we zijn zoo trouw gebleven Aan het Scheveningsch Verbond,
Toen heel 't strand te daveren stond;
Toen de Zeestraat er van dreunde,
Zoo toen 't volk d' Oranjevlag
Door 't geboomte nadren zag.
Van Duyne, als g' in uw woning Hedennacht het oog weer sluit
Drukke uw hart het dankbaar uit :
„'k Rust in God en in mijn Koning.
„Ik bracht dien Oranje aan 't strand,
„Uit de wentelende baren.
„En zoolang Gods Vaderhand
„Mij 't vergrijsde hoofd mag sparen,
„Zal ik bidden voor mijn land!"
Oorkonde
Oorkonde
Het monument is bijzonder want ergens achter een van de stenen zit een koker met een oorkonde verscholen die is ondertekend door Koning Willem III en de liberale staatsman Johan Rudolf Thorbecke. Het historische object is verpakt in een loden of blikken koker en werd op 17 november 1863 achter de eerste steen gemetseld.
Eben-Haëzer*
Op de sokkel van het monument, aan de voeten van Willem I, staat in zwarte letters de naam Eben-Haëzer.
Eben-Haëzer is de naam van een gedenksteen die door de profeet Samuël werd opgericht. Het verwijst naar de overwinning van de Israëlieten op de Filistijnen in het bijbelboek 1 Samuel. Het betekent ongeveer "Steen van hulp" en wordt vooral in protestantse kring gebruikt.
Tekst op de sokkel voorkant
Tekst op de sokkel aan de voorkant onder het beeld van Willem I
WILLEM FREDERIK,
PRINS VAN ORANJE-NASSAU,
20 NOVEMBER 1813, NA EENE SCHEIDING VAN 19 JAREN, AAN HET VADERLAND WEDERGEGEVEN,
AANVAARDDE 2 DECEMBER 1813 VOOR ZICH EN ZYNE NAKOMELINGEN DE SOUVEREINITEIT
DER VEREENIGDE NEDERLANDEN;
30 MAART 1814 TE AMSTERDAM INGEHULDIGD,
ZWOER HY DE GRONDWET TE ONDERHOUDEN EN DE ONAFHANKELYKHEID VAN DEN STAAT
EN DE VRYHEID EN WELVAART DER INGEZETENEN MET AL ZYNE KRACHTEN TE BEVORDEREN.
ALS NATIONAAL BLYK VAN DANK AAN HEM,
NEDERLANDS HOOFD EN REDDER,
WERD DIT GEDENKTEEKEN GESTICHT UIT BYDRAGEN, VERZAMELD IN ALLE PROVINCIËN
EN IN DE OVERZEESCHE BEZITTINGEN DES RYKS.
HET GEDENKTEEKEN PLECHTIG ONTHULD
DOOR
PRINS FREDERIK DER NEDERLANDEN
17 NOVEMBER 1869.
Tekst op de sokkel achterkant
Tekst op de sokkel aan de achterkant onder het beeld van het driemansschap
GYSBERT KAREL VAN HOGENDORP,
FRANS ADAM BARON VAN DER DUYN VAN MAASDAM EN LEOPOLD GRAAF VAN LIMBURG STIRUM
ONDERNAMEN 17 NOVEMBER 1813 HET HERSTEL VAN NEDERLANDS ONAFHANKELYKHEID ONDER /
DEN KREET VAN
ORANJE-BOVEN;
IN HUNNE GEVAREN, IN HUN BELEID, IN HUNNE OVERWINNING DEELDEN
A.R. FALCK EN J.M. KEMPER,
G.C.R.R. VAN BRIENEN VAN RAMERUS, E. CANNEMAN, F.D. CHANGUION, J. FAGEL, C.A. FANNIUS
SCHOLTEN, W. VAN HEYNSBERGEN, / E. VAN DER HOEVEN, J.F. VAN HOGENDORP, C.F. DE JONGE.
F.C. DE JONGE, A. KIKKERT, H.A. VAN KINCKEL, C.R.T. KRAYENHOFF, / J.S. MAY, H.G. DE PERPONCHER.
A.H.J. VAN DER PLAAT, 0. REPELAER VAN DRIEL, J. SLICHER, J.D. SWEERTS DE LANDAS,
J.G. VAN OLDENBARNEVELD GENAAMD WITTE TULLINGH, G. VERDOOREN, G.T. WAUTHIER,
EN VELE ANDERE BRAVE BURGERS EN KRYGSLIEDEN.
EEN DANKBAAR VOLK EERT HUNNE NAGEDACHTENIS.
DE EERSTE STEEN GELEGD
DOOR
KONING WILLEM III
17 NOVEMBER 1863.
Slotgedicht
De plechtigheid eindigde met een gedicht van J.J. van Oosterzee
Wilhelmus van Nassouwen,
Dus heft men nogmaals aan,
Het teken dat we aanschouwen,
Verkondigt 's Heren daan!
Mocht het nakroost lang na dezen,
Het hart omhoog gewend,De maagd
Het Eben-Haëzer lezen,
In het front van het monument!
Het blijvend zegen van u spreken,
O, drietal, vroom en vroed,
Wier geestkracht, onbezweken,
Ons Nederland heeft behoed,
Uw naam in 's lands historie,
Blijft schitterend zonder eind,
En overleeft uw glorie,
De glans van het monument!
Oranje en Nederland samen,
De stenen roepen het uit,
Verenigd zij uw namen,
Door hoger raadsbesluit,
Laat nimmer schepsel scheiden,
Wat een werd in ellende,
En blijft de trouw van beiden,
De steun van het monument!
En dan, loopt alles tegen,
Bij het klimmen van de strijd,
Wat schaadt het, God van zegen, Onthulling door Frederik
Zo gij slechts voor ons zijt,
Och, wees dan met ons allen,
Maak ons uw weg bekend,
En blijf uw welgevallen,
De kroon van het monument!
 |
De inzending van de rooms-katholieke architect Cuypers won de prijsvraag. De stijl was neogothiek, dat wil zeggen: Middeleeuwen, Katholicisme, Mystiek. Een protestants verzet was het gevolg. |
 |
De onthulling van Monument Plein 1813 op 17 november 1869 zesenvijftig jaar nadat het Franse juk was afgeworpen. Er waren ereplaatsen ingeruimd voor de families Van Hogendorp, Van Limburg Stirum en Van der Duyn. Dit is een tekening van Johannes Jacobus Mesker. |
 |
Het document behorende bij het leggen van de eerste steen door Willem de Derde. |
 |
Het hoofddeksel van de Nederlandse Maagd werd aangepast omdat de Maagd in het oorspronkelijke ontwerp te veel op een Griekse godin leek. |
 |
Het beeld dat de godsdienst (biblia) verbeeld. |
 |
In de 20ste eeuw was het beeld van Vrouwe Historia zeer verweerd. Bij de restauratiewerkzaamheden van 1954 werd het het hoofd daarom door een replica vervangen. Deze foto is van maart 2018. |
 |
Plein 1813 in 1900 |
 |
Ergens achter een van de stenen zit een koker met een oorkonde verscholen die is ondertekend door Koning Willem III en Johan Rudolf Thorbecke. |
 |
Een deel van de tekst op het monument: Willem Frederik, Prins van Oranje-Nassau, 30 November 1813, na eene scheiding van 19 jaren, aan het vaderland wedergegeven, aanvaardde 2 december 1813 voor zich en zyne nakomelingen de souvereiniteit der Vereenigde Nederlanden. |
 |
Het Nationaal Monument Plein 1813 in februari 2017. |