Prins Hendrik was de man van koningin Wilhelmina. Het kostte de koningin veel moeite om de door haar echtgenoot veroorzaakte schandalen onder controle te houden. De Haagse bevolking genoot echter van alle roddels over deze vriendelijke en toegankelijke prins.
![]() |
Koningin Wilhelmina (W) en prins Hendrik (H) tijdens de huwelijksvoltrekking in de Grote Kerk. Het bruidspaar luisterde aandachtig naar de ernstige woorden van hofpredikant van der Flier. |
Het huwelijk
Prinses Wilhelmina werd in 1898 koningin en dus werd er naar een passende huwelijkskandidaat gezocht. De Engelse adel viel af vanwege de Zuid-Afrikaanse Boerenoorlogen die de Britten voerden tegen de voormalige Nederlandse kolonisten.
Wilhelmina's moeder, regentes Emma, kwam uit Duitsland en in dat land liepen veel adellijke huwbare mannen rond. De keus viel daarom op een Duitse hertog die hield van vrolijk gezelschap, de jacht, bier en sigaren. Deze Heinrich zu Mecklenburg-Schwerin werd voortaan prins Hendrik genoemd.
De bruidsdagen begonnen toen de bruidegom arriveerde. Dagelijks waren er feestelijkheden, ook voor de talrijke huwelijksgasten van het bruidspaar.
![]() |
Het net getrouwde stel in 1905. |
De Grote Kerk was op op 7 februari 1901 prachtig versierd en hofprediker dominee Van der Flier hield een lange, ietwat neerslachtige preek over de offers die gebracht moesten gaan worden. Zie het tabblad hieronder voor een deel van de preek.
De terugrit naar het paleis werd een zegetocht met vele duizenden Hagenaars langs de route.
De bevolking van Amsterdam had de nieuwe koningin een Gouden Koets geschonken en deze werd voor het eerst gebruikt toen het bruidspaar vergezeld van koningin-moeder Emma een tour door Den Haag maakte.
In 1906 werd ter ere van het huwelijk door de bevolking van Nederlands-Indië de Indische zaal in het paleis Noordeinde geschonken. De betimmeringen, het houtsnijwerk en de godenbeelden bevinden zich hier nog steeds.
Schandalen
![]() |
Prins Hendrik was een liefhebber van het buitenleven en dan vooral de jacht. Het jagen werd Zwijnen Heintje niet door iedereen in dank afgenomen. |
Prins Hendrik schoot in de kroondomeinen herten af, maar hij maakte in latere jaren wel het uitgestrekte kroondomein weer rendabel door herbebossing en een gezond beheer van de bosbouw.
De nieuwe prins was totaal niet geïnteresseerd in staatszaken en werd hier dan ook buiten gehouden. De regering weigerde hem een salaris te betalen en dus betaalde koningin Wilhelmina hem een jaarloon van 100.000 gulden uit haar eigen zak. Dat zou nu ongeveer 750.000 euro zijn.
Tot 1918 werd dit bedrag aangevuld met inkomsten uit zijn Mecklenburgse bezittingen. Met de ineenstorting van het Duitse rijk na 1918 en daarmee van de Duitse vorstendommen verviel deze extra inkomstenbron echter.
Hendrik werd volledig financieel volledig afhankelijk van zijn vrouw.
![]() |
Prins Hendrik was niet opgewassen tegen het dominante karakter van koningin Wilhelmina. Ze liet hem regelmatig weten dat hij slechts iemand van de tweede garnituur was. |
Het huwelijk was tot 1914 redelijk goed, maar verslechterde daarna in snel tempo. Wilhelmina was een harde werker met een groot plichtsbesef. Ze was echter ook een arrogante en hooghartige vrouw die Hendrik keer op keer liet blijken dat hij van de tweede garnituur was. De prins was hier niet tegen opgewassen. In zijn eigen worden: Ich bin nur Gepäck.
Als Hendrik op vakantie was geweest en hij weer terug naar huis moest, noemde hij dat de terugkeer naar de hel.
![]() |
Prins Hendrik was een liefhebber van het kaartspel Patience. Hij had in Den Haag en omgeving zijn adresjes. |
Deutsche potje
De prins ging gedreven door geldnood bij vooraanstaande Nederlandse families geld inzamelen voor hulp aan noodlijdende Duitse kinderen. Dit werd zijn Deutsche potje genoemd. Na enige tijd ontstonden echter geruchten dat Hendrik het geld, ook, gebruikte om zijn dure levenswijze te bekostigen. En dat betekende het einde van deze inkomstenbron.
Hendrik werd in 1908 de voorzitter van het Rode Kruis. Hij gebruikte deze positie om onderscheidingen te verkopen en zo zijn cashflow te verbeteren.
![]() |
Prins Hendrik had in Den Haag een reputatie als rokkenjager. |
Vrouwen
ln Den Haag was mevrouw Teixeira de Mattos Hendriks favoriete partner bij het spelen van patience. Bij haar vond Hendrik een willig oor voor zijn problemen. Op buitenlandse reizen zorgde hij er dan ook voor dat hun wegen elkaar kruisten.
![]() |
Prins Hendrik moest soms na een vermoeiende wandeling door zijn personeel naar beneden gedragen worden. |
Hij maakte lange wandelingen in de Duitse bergen vergezeld van berggidsen die moesten voorkomen dat de avontuurlijke prins verongelukte. Rond 1918 werd prins Hendrik een goede bekende in de vele berghotelletjes in het Zwitserse Zermatt. Vooral Fraulein Lozlise van de Fluhalp kreeg regelmatig bezoek van de prins, omdat zij zo lekker kan koken.
De prins had gedurende een groot deel van zijn leven last van allerlei kwalen. Freule Puck van Nagell op kasteel 'de Schaffelaar' in Barneveld kon hem hierbij helpen. Ze boekte goede resultaten met bestrijkingen.
Brief van Wilhelmina aan de de Staten-Generaal
De brief die Wilhelmina op 16 oktober 1900 aan de de Staten-Generaal stuurde:
Mijne Heren. Wij vervullen hij deze de aangename taak, li kennis te geven van onze verloving met zijne hoogheid hertog Hendrik van Mecklenburg-Schwerin. Wij zijn overtuigd van de belangstelling waarmee de Staten-Generaal deze mededeling zal ontvangen. En hiermede, mijne heren, bevelen wij u in Gods heilige bescherming.
Toespraak van minister Cort van der Linden
Nadat de huwelijksfomaliteiten vervuld waren, hield minister Cort van der Linden een toespraak:
Van ganser harte wens ik u geluk met de voltrekking van uw huwelijk. U in de eerste plaats vorstelijke echtgenoot. Uit liefde voor uw koninklijke bruid hebt gij uw dierbaar Mecklenburg verlaten. Gij hebt thans de plechtige gelofte afgelegd haar hou en trouw te zijn. U ook majesteit geldt mijn gelukwens.
Van uw wiegje afheeft het Nederlandse volk u, zijn lieve koningskind, zien opgroeien onder de hoede van uw geëerbiedigde en beminde moeder. En thans viert het met u het hooggetijde van uw leven met de bede in het hart dat Li en uw gemaal alles beschoren moge zijn wat een mensenpaar gelukkig maakt. Het geluk dat gij tot lief en leed vereend, elkander bereidt, straalt ver buiten uw echtelijke woning.
Toespraak van dominee van der Flier
Dit is een deel van de toespraak die dominee van der Flier op 7 februari 1901 hield bij de huwelijksvoltrekking van Wilhelmina en Hendrik:
Gewis daar is nog levensgeluk op aarde, al brengt zij ons vaak doornen en distelers voort, de Vader in de hemelen bedoelt nooit anders dan het geluk zijner kinderen. En dat zovelen dat geluk missen ligt niet aan het ontbreken van zijn liefde, maar daaraan, dat men de liefde versmaadt. Want het ware geluk wordt alleen in zijn gemeenschap gevonden, niet in wat hier beneden de zinnen streelt en de begeerte bevredigt.
Ik beweer niet dat hetgeen men voorspoed noemt, ons koud en onverschillig moet laten. Integendeel al wat dit leven veraangenamen kan, al wat lieflijk is en welluidt, is weldaad te achten. De ervaring bewijst dat men hij uitwendige overvloed toch innerlijk verarmen kan en Menigeen Wie het ontbreekt aan wat de wereld geluk noemt zou niet willen ruilen met wie zich in weelde baadt.
Het ware geluk komt niet van buiten naar binnen, maar omgekeerd de moeite des levens blijven u niet onbespaard. Geen jeugd verschoont u ervan, geen macht behoedt u ervoor, zelfs de liefde weert de stormen niet af van uw hoofd. Het zijn niet altijd grote in het oog springende bezwaren waarmee wij te kampen hebben, het zijn veel meer kleinigheden, kleine vossen die de wijngaard verstoren, kleine wolkjes aan de huwelijkshemel die toch het licht verduisteren kunnen. Uw huwelijk begint reeds met offers te vragen. Immers gij vorstelijke bruidegom hebt uw land moe-ten verlaten en al maakt de liefde alle last licht, het is nochtans een offer door u gebracht.
![]() |
In 1907 verging voor de kust van Hoek van Holland de veerboot Berlin. Prins Hendrik hielp bij het redden van de drenkelingen. Hij kweekte hiermee veel goodwill bij de Nederlandse bevolking. |
Rode Kruis
Scheepsramp
In de vroege ochtend van 21 februari 1907 liep tijdens een hevige storm de veerboot Berlin op de Noorderpier bij Hoek van Holland. Het schip brak na enkele uren in tweeën. Het voorschip zonk weg in het diepe water. Passagiers en bemanningsleden raakten te water. Enkelen konden zich vastklampen aan de reling van het passagiersdek op het achterschip van de Berlin. Op de loodsboot hielp prins Hendrik met het opwarmen van de drenkelingen. Hij wikkelde hen in dekens en assisteerde hen bij het drinken van koffie met cognac.
Prins Hendrik kreeg een ovationeel applaus toen hij weer voet aan wal zette. Na de scheepsramp verkochten handige ondernemers talloze herinneringskaarten en andere memorabilia. Prins Hendrik stond hierin centraal.
Rode KruisPrins Hendrik was bijna iedere dag te vinden op het kantoor van het Rode Kruis aan de Prinsessegracht. De prins (links van het midden met witte band) ging echter ook af en toe het veld in.
In 1867 zag de Nederlandse tak het van het Nederlandse Rode Kruis het levenslicht. De organisatie was niet alleen in Nederland actief, maar ook bij de oorlog op Borneo, op Lombok en in Atjeh in Nederlands-Indië. De vrijwilligers assisteerden ook bij de Boerenoorlogen in Zuid-Afrika, op de Balkan, in Ethiopië en in Finland.
De waardering voor Hendrik in 1907 kon mooi gebruikt worden om Hendrik een doel in het leven te geven én om het Nederlandse Rode Kruis op de kaart te zetten. En zo geschiedde op 16 december 1908, toen prins Hendrik van Mecklenburg-Schwerin, voorzitter werd van het hoofdcomité van het Rode Kruis in Nederland. Het hoofdkantoor was gevestigd aan de Prinsessegracht 27.
Koningin Wilhelmina sprak, na zijn dood, lovende woorden over haar man: "Hij werd een warme vriend van de redders en het reddingswezen in het algemeen en is dit tot zijn dood gebleven,"
Padvinders
Prins Hendrik was de beschermheer van de padvinderij. Dit gaf hem de gelegenheid om te ontsnappen aan de benauwde verplichtingen van het hof. Hij vertoonde zich soms in korte broek, als een soort ere-hopman. Dit versterkte de geruchten dat de prins er niet alleen vriendinnen op na hield, maar ook niet vies was van minderjarige jongens.
In de zomer van 1918 organiseerde Hendrik een reisje naar Zwitserland. Hij besloot een gewone Nederlandse padvinder mee te nemen. De keus viel op de patrouilleleider Pieter van der Esch, een net 16 jaar geworden gymnasiast uit Amsterdam. Voor Pieter was dit de (zeer luxe) vakantie van zijn leven. Hij vertelde later dat de prins zeer vriendelijk en toegankelijk was en nooit onoorbare bedoelingen had.
De contacten tussen de padvinder en de prins bleven bestaan. Zeker een keer per jaar was er een ontmoeting op hoofdkantoor van het Rode kruis aan de Prinsessegracht . Dit soort akkevietjes bezoedelden echter wel de toch al niet te smetteloze reputatie van de prins.
In het voorjaar van 1920 vielen Haagse politiemannen een verdacht huis binnen en troffen daar niet alleen minderjarige jongens aan. De ritmeester der cavalerie C.J.J. Sixma baron van Heemstra, Axel Fürst von Thurn und Taxis en de kantoorbediende E.L. van Oostrom Soede werden gearresteerd.
Volgens de geruchten waren prins Hendrik, de schrijver Louis Couperus en de kunsthistoricus Abraham Bredius ook aanwezig. Zij ontsprongen volgens de publieke opinie echter de dans vanwege hun contacten in hoge kringen. Dit verhaal lijkt voor Couperus en Bredius onwaarschijnlijk omdat zij nauwelijks contacten in hofkringen hadden. Terwijl baron van Heemstra, die wel de juiste contacten had, wel tot vier maanden gevangenisstraf veroordeeld werd.
Bij deze zaak werd nooit bewezen dat de prins zich aan een misdrijf had schuldig gemaakt. Hendrik werd echter wel in opdracht van de koningin voortdurend beschermd.
![]() |
Als voorzitter van het Nederlandse Rode Kruis ontving de prins vertegenwoordigers uit diverse regio's. |
Wilhelmina
De verhouding tussen Wilhelmina en Hendrik werd voorgoed verstoord toen Wilhelmina er achter kwam dat haar man er meerdere vriendinnen op na hield. Zij wond zich daar zo over op dat ze ernstig overwoog van Hendrik te scheiden. De regering moest alles op alles zetten om dit te voorkomen. Een scheiding zou immers door het Nederlandse volk niet worden begrepen. Het staatshoofd moest in alles het voorbeeld geven en een echtscheiding zou Nederland op zijn kop zetten.
Wilhelmina legde zich er knarsetandend bij neer.
![]() |
François van 't Sant loste voor koningin Wilhelmina problemen op die het daglicht niet konden verdragen. |
Het Sinterklaasfeest dat aan het hof altijd groots gevierd werd, ging op een bepaald moment niet door vanwege de escapades van Hendrik. Koningin Wilhelmina had 'geen zin' in zo'n feestje. 'Het was een duffe boel', noteerde een van de leden van de hofhouding op de avond van 5 december 1924 in zijn dagboek. Hij voegde eraan toe dat er 'ten hove een geladen sfeer heerst'.
De koningin besloot om de zaken gestructureerder aan te pakken en haar man een curator toe te wijzen.
François van 't Sant
François van 't Sant was vanaf 1920 hoofdcommissaris van politie in Den Haag. Hij stond in kleine kring bekend als een uitstekend geheim agent, een discreet uitvoerder van bijzondere opdrachten en een loyaal dienaar van de Oranjes. Hij werd vanaf 1922 de vertrouweling van koningin Wilhelmina.
![]() |
Prins Hendrik aan de wandel met zijn financiële waakhond H.J. Schmidt. Deze KNIL-veteraan moest er voor zorgen dat de prins niet te veel misstappen maakte. |
Deze bewaker had echter ook voordelen voor de prins. Van 't Sant regelde Hendriks schulden en stuurde regelmatig politieagenten naar een Amsterdamse bank om daar contant geld op te halen. De agenten ontvingen geen kwitantie en hoefden ook niet te tekenen. Alles in het kader van de discretie.
Verder handelde François van 't Sant de claims van vrouwen af die beweerden moeder te zijn geworden van een prinsenkind. Naar verluidt zou hij zelfs ontmoetingen met prostituees hebben geregeld in zijn eigen huis.
Financiële waakhond
![]() |
Francois van 't Sant had een aantrekkelijke financiering geregeld zodat de H.J. Schmidt dit representatieve pand aan de Surinamestraat 38 kon bewonen. |
François van 't Sant had een aantrekkelijke financiering geregeld zodat de Atjeh-veteraan Schmidt een representatief pand aan de Surinamestraat 38 kon bewonen. Schmidt nodigde Hendrik regelmatig uit voor het avondeten om te voorkomen dat de prins avonds met zijn ziel onder zijn arm op stap zou gaan. Met de bijbehorende risico's. Deze Schmidt was echter ook niet in staat om de prins onder controle te houden.
Discretie
François van 't Sant probeerde de geruchtenstroom over prins Hendrik binnen de perken te houden, maar was zelf ook niet van smetten vrij.Huize Windekind werd gebouwd in de jaren 1927-1928 in opdracht van François van 't Sant. Deze foto werd gemaakt toen Van 't Sant er woonde, in 1938.
Van 't Sant woonde in Huize Windekind, een kapitaal pand aan de Nieuwe Parklaan 76. Hij kon deze grote woning echter onmogelijk van zijn salaris betalen. François had zijn vermogen ook niet van zijn ouders geërfd, want die waren bepaald niet kapitaalkrachtig.
In hetzelfde jaar dat Huize Windekind gebouwd werd, in 1927, startte een schandaal rondom mejuffrouw Elisabeth Le Roi, 'Schoon van uiterlijk en niet behorend bij het soort der achterbuurten'. Deze Belgische dame had een kind gekregen van de prins. Een gezant genaamd jonkheer Van Vredenburch werd gevraagd om de problemen op te lossen. Deze gezant startte echter ook een liefdesrelatie met Elisabeth en erkende tegelijkertijd het kind.
Toen Van Vredenburch plotseling overleed, kwam Elisabeth bij Van 't Sant langs. De financiële transacties waren immers nog niet afgerond. Van ´t Sant regelde hierop dat de broer van de gezant 47.585 gulden betaalde.
![]() |
In de koningsgezinde Sociëteit De Witte hangt op de eerste etage dit in 1926 geschilderde portret van prins Hendrik. |
Van 't Sant moest zich daarom in 1935 verantwoorden. Hij werd beschuldigd van het achterhouden van gelden bij het uitkeren van fondsen in verband met de buitenechtelijke kinderen van prins Hendrik. Zijn reputatie was zwaar beschadigd en hij kon niet meer functioneren als politiecommissaris.
Direct na zijn aftreden nam Wilhelmina haar discrete vertrouweling in dienst. De hoofdpersoon in dit drama maakte dit allemaal niet meer mee. Prins Hendrik was inmiddels overleden.
Overlijden
Op 20 mei, pinksterochtend, 1934 riep de prins zijn vertrouweling J.F. Vogel bij zich. Samen verbrandden ze het grootste deel van het archief van de prins. De meeste brieven en foto's.
Een maand later, op 28 juni, zat de prins zoals gewoonlijk om negen uur achter zijn bureau in zijn werkkamer in het hoofdkantoor van het Nederlandse Rode Kruis aan de Prinsessegracht 27. Hier kreeg hij zijn eerste hartaanval. Een paar dagen later, op drie juli 1934 volgde een tweede, fatale, hartaanval.
Een paar maanden eerder was Hendrik op bezoek geweest bij Bô Yin Râ, een Duitse mysticus. In een gesprek kwam Hendrik op het idee om zich in het wit te laten begraven. En aldus geschiedde. Bij de begrafenis had de traditionele rouwkleur zwart plaatsgemaakt voor wit, van de stoffering van de rouwkoets tot aan de kleding van een deel van de toeschouwers in de straat.
![]() |
De begrafenisstoet van prins Hendrik op het Buitenhof. 11 juli 1934. |
Kinderen
De prins was een liefhebber van Wein, Weib und Gesang. En dat had in een tijdperk zonder voorbehoedsmiddelen consequenties.
Tijdens het feest van prinses Juliana bij haar afstuderen in Leiden merkte ere-promotor Johan Huizinga tegen prins Hendrik op dat 'de prinses heel intelligent is en dat ze goed met haar vrouwelijke jaargenoten kon opschieten'. De reactie van de prins was: 'Die intelligentie heeft ze van haar moeder, en dat van die meisjes heeft ze van mij.'
In september 1945 werd het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) opgericht. Loe de Jong begon met het verzamelen van documenten over de oorlog. Vanaf 1969 verscheen stukje bij beetje het veertiendelige standaardwerk Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog.
Dr. De Jong voerde in 1956 een tweetal gesprekken met François van ’t Sant. Deze zeer discrete vertrouweling van koningin Wilhelmina klapte uit de school over precies de persoon wiens bestaan hij eerder in 1935 niet kon aantonen, Elisabeth le Roi. Zij had in 1924 een kind van prins Hendrik gekregen genaamd Henri.
![]() |
De jonge weduwe Mien Abbo- Wenneker was een van de vriendinnen van de prins. Ze kreeg minstens drie, maar misschien zelfs zes kinderen van Prins Hendrik. |
Binnen twee weken vond een journalist de zoon. Dit bleek echter een ander onecht kind van Hendrik te zijn, ene Pim Lier. In de navolgende periode doken meer kinderen van Hendrik op waarna via de media discussies ontstonden over wie het echte onechte kind van prins Hendrik was.
De cabaretier Wim Kan noemde de zoon King Lier.
Mien Wenneker
François van ’t Sant had tussen 1920 en 1934 koningin Wilhelmina goede diensten bewezen. Er zijn vrijwel geen bewijzen over de bastaardkinderen van Hendrik.
De door Loe de Jong genoemde Henri (1924) werd, net zoals zijn moeder, nooit gevonden. Volgens van 't Sant waren zij naar Zuid-Amerika verhuisd.
Op 22 juli 1918 werd Albrecht Willem Wenneker geboren. De moeder was Wilhelmina Maria Wenneker en de vader prins Hendrik. De prins zorgde er voor dat de eerste luitenant bij de infanterie Jan Derk Lier, tegen een flinke vergoeding, met Mien trouwde en het kind echtte. De naam van de zoon werd veranderd in Pim Lier.
![]() |
Edith Schaap-Abbo beschouwde prins Hendrik als haar biologische vader. Deze opname komt uit 1992. |
Deze Mien Wenneker had eerder in 1907 en 1910 dochters gekregen die wellicht ook van prins Hendrik waren. Mien trouwde in 1909 met haar 22 jaar oudere oom Cornelis Abbo die de kinderen echtte waarna het stel naar Nederlands Indië, emigreerde. De kinderen kregen zijn achternaam; Stien Abbo en Edith Abbo. Cor Abbo overleed al snel (in 1913) en Mien kwam terug naar Nederland.
De Haagse Edith Abbo gaf in de jaren 1980 uitgebreide interviews en ze wist zeker dat zij er 'eentje van Hendrik' was. Zij herinnerde zich de bezoeken van 'oom Henk' zoals ze de prins noemde. Pim Lier ontkende dit echter. Hij beweerde dat Hendrik slechts twee andere bastaardkinderen had; de zusjes Alida en Maria Lier.
De tweeling Alida en Maria Lier (1922) werd verwekt toen Wilhelmina Wenneker getrouwd was met Jan Lier.
Uit een document dat jaren later tevoorschijn kwam, bleek dat het Koninklijk Huis behalve de opvoeding van Pim Lier en van de twee oudste dochters Edith en Stien ook voor de tweeling had betaald. Hendrik liet zijn oudste twee dochters inschrijven op de exclusieve kostschool Rodenstein in Doorn, pal tegenover het pand van de ex-Kaiser van Duitsland.
Na Hendriks dood betaalde koningin Wilhelmina naast de vijfhonderd gulden per maand voor Mien Wennekers hetzelfde bedrag aan Wilhelmine Steiner in Zürich en ook nog tweehonderd gulden aan Julia Cervey in Genève.
Edith Abbo overleed in 1996, Ze ligt begraven met haar echtgenoot J. M. C. Schaap, haar moeder W. M. Lier-Wenneker en haar stiefvader J. D. Lier.
Verklaring van jonkheer H. L. F. K. van Vredenburch
Na de openbaring door Loe de Jong in 1979 schreef jonkheer H. L. F. K. van Vredenburch een verklaring die in de Haagsche Courant afgedrukt werd.
Deze Van Vredenburch was de zoon van de gezant in Brussel die betrokken was bij het schandaal rond mejuffrouw Elisabeth Le Roi, 'Schoon van uiterlijk en niet behorend bij het soort der achterbuurten'. Deze zoon had als 22-jarig student ruim ƒ 40 000 moeten betalen om zijn vader een ongestoorde begrafenis te bezorgen. Veertig jaar later schreef hij als ervaren diplomaat deze voorzichtige brief.
-'Nimmer heb ik enig geloof gehecht aan de oorspronkelijke beweringen over het beweerde vaderschap van een natuurlijk kind van de zich noemende Elisabeth le Roi. Volgens hetgeen de heer Van ’t Sant aan dr. De Jong heeft medegedeeld is dit dan ook gebleken onwaar te zijn en zou het kind — indien het heeft bestaan — door een andere natuurlijke vader zijn verwekt. Ook die lezing meen ik te mogen betwijfelen.
Waarschijnlijker lijkt het mij dat deze, die aansluit op de geruchten die destijds reeds, overigens zonder schijn of schaduw van bewijs, in omloop waren, aan de heer Van ’t Sant door de zich noemende Elisabeth le Roi is voorgespiegeld en hij dus door haar, althans aanvankelijk, is misleid. Anderzijds kan mijns inziens ook niet worden voorbij gegaan aan het feit, dat uit de door de heer Van ’t Sant aan Dr. de Jong afgelegde verklaring moet worden geconcludeerd, dat hij in deze aangelegenheid blijk heeft gegeven weinig zorgvuldigheid met de waarheid te betrachten, ook toen hij onder ede werd gehoord.
Aangezien over de oorspronkelijke lezing gerechtvaardigde twijfel was blijven bestaan, ten gevolge waarvan de heer Van ’t Sant zich genoopt had gezien ontslag uit zijn functie van hoofdcommissaris van politie te ’s Gravenhage te vragen, wil het mij voorkomen, dat a priori evenmin kan worden uitgesloten dat hij door zijn mededelingen aan de heer De Jong heeft gepoogd die twijfel weg te nemen. Daar laatstgenoemde in de onmogelijkheid verkeerde deze mededelingen aan de hand van andere inlichtingen te toetsen, berust het verhaal derhalve uiteindelijk op niets meer dan op horen zeggen van één, eerder in deze niet betrouwbaar gebleken, direct belanghebbende getuige.
Voor mij is dit een afdoende reden om ook aan deze lezing geen geloof te hechten. Wat de destijds circulerende geruchten betreft, volgens de welke de heer Van ’t Sant tijdens de oorlog verraad zou hebben gepleegd, stel ik er prijs op te verklaren, en zulks mede op grond van mijn eigen ervaringen in Londen, ervan overtuigd te zijn dat deze van alle grond zijn ontbloot. De conclusie, waartoe Dr. De Jong op dit punt is gekomen, kan ik dan ook geheel tot de mijne maken. Van mijn visie, die ik hierboven heb weergegeven, heb ik Dr. De Jong in kennis gesteld.'
![]() |
Prins Hendrik was vanaf 16 december 1908 de voorzitter van het hoofdbestuur van het Nederlandse Rode Kruis. Deze foto werd in 1930 gemaakt. |
![]() |
Prins Hendrik liet zich altijd rijden, ook tijdens de jacht. Dit is een Belgische Minerva AC Limousine Landaulette uit 1925. |
![]() |
Prins Hendrik, koningin Wilhelmina en prinses Juliana. |
![]() |
Nogmaals de begrafenis. De belangstelling van het publiek op deze warme julidag was overweldigend. |
![]() |
Deze plaquette hangt in de hal van de Prinsessegracht 27. |
![]() |
In het voormalige hoofdkantoor van het Rode Kruis aan de Prinsessegracht hangt nog steeds een schilderij van prins Hendrik. |
![]() |
François van 't Sant bewoonde tot 13 mei 1940 dit fraaie pand aan de Nieuwe Parklaan 76. De foto in september 2018 gemaakt. |