>
Jozef Israëls was een van de voornaamste schilders uit de Haagse School. Israëls woonde vanaf 1871 in Den Haag. Hij woonde aan de Koninginnegracht en werd na zijn dood geëerd met twee straatnamen.
Zo ik iets ben, dan ben ik een Hagenaar.
Louis Couperus (1863-1923) was een van de grootste Nederlandse schrijvers. Hij staat met zes werken in de Canon van de Nederlandse letterkunde:
Louis Couperus voelde zich thuis in de mediterrane omgeving van de Franse Rivièra of het klassieke Rome. Beter daar dan bij de benauwende upperclas gezelschappen van het Den Haag van rond 1900.
Wim Kicken was een Limburgse crimineel die in de laatste oorlogsmaanden in Den Haag zijn slag sloeg. Hij noemde zichzelf majoor Braddock en combineerde gewapend verzetswerk met criminele activiteiten. De majoor werd na de oorlog tot 4,5 jaar gevangenisstraf veroordeeld.
Sarief Bastaman Saleh was een Haags-Javaanse exotische schilder die ruim twintig jaar in Europa woonde en studeerde. Deze 'Oosterse Prins' was opgeleid in de Romantische traditie, maar werd beroemd met zijn (jacht)taferelen met buffels, herten, leeuwen en tijgers.
Vincent van Gogh woonde in de periodes 1869-1873 en 1882-1883 in Den Haag. Hij noemde Den Haag zijn tweede huis. Vanuit de Haagse geschiedenis gezien is het werk van Vincent van Gogh belangrijk, omdat hij stukjes Den Haag heeft vastgelegd, die door geen enkele andere schilder of fotograaf tot onderwerp zijn gekozen. Hij voegt dus iets toe aan het beeld van het negentiende-eeuwse Den Haag.
Wilhelmina van Pruisen was de vrouw van de laatste stadhouder Willem V. Zij was een doortastende vrouw die vooral bekend werd door haar avontuur bij Goejanverwellesluis. Daar werd ze door een groep Patriotten staande gehouden waarna ze haar broer, de koning van Pruisen, te hulp riep.
Wolfgang Mozart was een beroemde Oostenrijkse musicus, pianist, violist, dirigent en componist. Hij wordt beschouwd als één van de grootste meesters van de klassieke muziek en wordt samen met Haydn en Beethoven gerekend tot de drie grote meesters van de Weense klassieke periode. Mozart woonde enige tijd in Den Haag. Op 13 maart 1933 werd er een straat naar hem vernoemd.
Al eeuwenlang doet in Loosduinen een merkwaardige legende de ronde. Gravin Margaretha van Henneberg zou er op Goede Vrijdag 1276 in één keer het leven hebben geschonken aan 365 kinderen. Dit sprak zo tot de verbeelding dat vrouwen uit heel Europa er graag een lange reis naar de voormalige tuindersgemeente voor over hadden.
Architect N. Molenaar jr. ontving in het begin van de jaren 20 van de 20e eeuw de opdracht een nieuwe rooms katholieke kerk te ontwerpen op de Sportlaan 125. Hij bedacht een eenvoudig gebouw dat paste bij de toen landelijke omgeving van de Sportlaan.
Tussen 1874 en 1915 stond op het Gevers Deynootplein een Badkapel speciaal voor de badgasten. Waarom? Nou, de reguliere Scheveningse kerk was voor de eigen gemeente al te klein was en de Haagse kerken lagen te ver weg.
De gereformeerde Christus Triumfatorkerk aan de Juliana van Stolberglaan werd in 1962 in gebruik genomen. Deze kerk verving twee oude andere kerken.
Een van de meest beruchte instellingen in de Nederlandse jeugdzorg was zonder twijfel Huize Groenestein aan de Loosduinseweg. Vanaf de jaren twintig in de vorige eeuw werden de zusters en broeders van Groenestein van kindermishandeling beschuldigd.
Eeuwenlang was de Hofkapel één van de oudste gebouwen van het Binnenhof. De kerk werd door de katholieken (vanaf de 14e eeuw), door de protestanten (vanaf de 16e eeuw), en weer door de katholieken (vanaf de 19e eeuw) voor hun erediensten gebruikt. De kapel werd in 1879 afgebroken.
De Haagse katholieken moeten in 1878 bijzonder trots zijn geweest. Voor het eerst sinds de reformatie werd het silhouet van de stad weer gemarkeerd door een rijzige roomse kerktoren. De kerk aan de Parkstraat werd in de jaren 1875-1878 gebouwd naar een ontwerp van architect P.J.H. Cuypers. Het gebouw is van binnen beschilderd met motieven en voorstellingen. De toren is ruim 90 meter hoog.
In het ontwikkelende Den Haag van de vijftiende eeuw ontstonden vier nonnenkloosters: het St. Agnietenklooster, het klooster van St. Maria in Galilea, het convent van St. Barbara en het St. Elizabethklooster.