>
Leefdaag, op z'n vermaard atelier, dat daaglijks de bezoeken van vele kunstminnaars, bewonderaars, discipelen te doorstaan had, stond met breede verven 'n horizon aan te strijken, wat voor hem 'n peulschilletje was. Oceanen met wat daar mee in verband stond als donderluchten, hobbelende schepen en zoo meer, hij draaide er z'n hand niet voor om.
Van Kooten & De Bie
Lekker legbad was de B-kant van de single Wat is mijn bal nou? (1966)
Heb je zo'n dag vijfenvijftigduizend ijzeren pijpen zitten bijvijle
Kom je afgepeigerd thuis, vrouw uit, kachel uit
Mot je met je kouwe klauwe ook nog eens een keertje houtjes in de kachel douwe.
Nou, mogen wij ons, gelukkig, de trotse eigenaars noeme van een witmarmeren kuipbad
En daar, gaan wij dan eens lekker een paar uurtjes in legge.
Ja, 'ns eventjes de dagelijkse sleur van je lijf spoele.
Helga Ruebsamen
Het meisje was geen vlag op een modderschuit, zo als ze daar op de drempel van het Scheveningse visserswoninkje stond, het was erger.
Anoniem
Loflied (18e eeuw)
Haagje verheven, dat ons kan geven
des werelds vreugd in het aardse dal,
wie zou niet trachten om bij u te wezen
waar men ziet zweven niets dan blij geschal?
Bergman
Lokatie (1985)
ik woon in Leyenburg
haagse woestijn
waar god geen buren heeft
maar muren (…)
Louis Poepjes, Keutelland's meest gevierde romancier, wandelde, in gecadanceerde heup-wieging, door de winkelstraten. Het hoofd met den glimmenden, kreukeloozen cylinder hield-ie ietwat gebogen, naar rechts, als in peinzing.
Anton Korteweg
Ze lijkt wel voorheen God - de ogen van
het meisje met een tulband, dat zijn ogen
die altijd overal je zien, waarheen en hoe
je kijkt.
Leonhard Huizinga
Nacht in Den Haag (1940)
Er zijn straten in Den Haag
die om middernacht verdwijnen
om eerst als de schemer daagt
huis aan huis weer te verschijnen.
Albert Verwey
Nacht op het Binnenhof
De schaamteloze gloed van de avondfeesten
is nu gedempt: de donkre architectuur
met enkel hier en daar aan boog of muur
een kalme lamp, en in het zwart de geesten
Gerrit Achterberg
Noordeinde (1963)
Ik loop in doodvakantie door Den Haag.
Het uitgestalde wordt mijn eigendom.
De dorst naar u slaat op de wereld om
zonder dat ik de dingen overvraag.
Harry Jekkers
Ik zou best nog wel een keertje net als vroeger in Moerwijk willen wonen
Na het eten een partijtje voetbal in de tuin, de ouders langs de lijn
In December met de hele buurt op jacht om kerstbomen te rausen
Op oudjaarsavond fikkie stoken, vooral die autobanden rookten fijn
Gerrit Achterberg
Passage (1953)
(Dit sonnet siert de gevel van de rotonde in de Passage)
Den Haag, stad, boordevol Bordewijk
en van Couperus overal een vleug
op Scheveningen aan, de villawijk
die kwijnt en zich Eline Vere heugt
Willem Jonckbloet
Ongeveer midden door dit kwartier loopt het Spui, dat is, zoo als de naam het niet aanduidt, een stilstaand, vuilwater, dat geuren rondom zich verspreidt waarmeê depatchouli niet te vergelijken is.
Jan Campert
Pinksterbloemen
Alles trekt naar Scheveningen
Om gezellig wat te dringen
Op de Pier en Boulevard,
Maar de zee kun je niet hooren,
Frissche lucht die gaat verloren
Door buurman's sigaar.
Claxons loeien, tieren, grommen:
Pinksterblomme', Pinksterblomme'...
Aad Nuis
Den Haag kan het niet helpen. Als Hilversum, Amsterdam en de rest van Nederland zich kwaad maken over wat hier weer is uitgebroed, dan bedoelen ze politiek Den Haag - en politici zijn geen Hagenaars.