Bart Chabot
het bestaat nog
het den haag van louis couperus
zijn geboortehuis op de mauritskade
de surinamestraat, het nassauplein
sophialaan, javastraat
Haagse schimmen
het kurhaus, hotel des indes
de scheveningse bosjes
het bleef nagenoeg ongeschonden bewaard
zelfs de personages die couperus'
haagse romans bevolkten komen voor in de stad
de van lowe's, de van naghels
de ruyvenaers, de saetzema's
al dragen zij nu een andere naam
![]() |
Dolf Brouwers |
die couperus persoonlijk had gekend
— de mooiste barbierswinkel — zei dolf brouwers
— waar ik ooit werkte was figaro
in de zeestraat
de eigenaar heette kees
daar kwam de chic van den haag
prins hendrik, ministers, jonkheer van repelaer
het was allemaal even prachtig
mijn patroon was homoseksueel
's ochtends bevochtigde hij
een stukje crèpepapier uit de etalage en maakte zo zijn lippen rood
louis couperus was er vaste klant
ik hoorde hem van verre naderen aan zijn wandelstok
eentje met een gebeeldhouwde kop
hij droeg slobkousen
![]() |
Dolf Brouwers werkte in zijn jeugd bij barbierswinkel Au Figaro. Hier kwam onder andere Louis Couperus langs voor een knipbeurt. |
had ik van mijn leven niet gezien
van mijn eerste verdiensten kocht ik ze ook
ik heb ze één keer gedragen
het is jammer dat ik het zeggen moet
maar mij stond het niet
ik was zo ontroerd dat die dichter louis couperus
speciaal voor ons een vers maakte over het scheermes van kees
figaro's fluwelen zwaard dat zacht en strelend
langs mijn wangen vaart
ik ben de enige van figaro
die dat versje heeft onthouden
ik had het zo graag stilletjes
mee willen nemen in mijn graf
![]() |
Louis Couperus |
dat ik couperus' laatste rustplaats bezocht
op oud eik en duinen was het een sobere bedoening
geen bezoekers, alleen enkele tuinlieden
zwierven er rond die zo te zien
niet veel om handen hadden
het grint lag stil
de bomen ontgroend
stonden er knokig bij
zij gingen uit solidariteit
eender gekleed als hen over wie zij waakten
het kostte weinig moeite couperus te vinden
een afgebroken zuil markeerde de plek
de naam van zijn vrouw
was aan de voorkant van het monument aangebracht
couperus' naam stond opzij
achter de rug van zijn vrouw
alsof hij iets in zijn schild voerde
verboden dingen deed
de graven lagen strak en recht
en gehoorzaamden een hogere wiskunde
waarvan de strekking mij ontging
het marmer gaf geen krimp
de doden hielden zich dood
op een avond maanden later verliet ik
bodega de posthoorn aan het lange voorhout
de straten lagen leeg en verlaten
was mij iets ontgaan?
er gold een avondklok misschien?
![]() |
Kees van Kooten en Wim de Bie bij Bodega de Posthoorn in 2014. |
en wilde doorlopen
toen ik hem zag
tussen het geboomte zat couperus
op een bankje, afwachtend
een buitenlicht schampte zijn gezicht
ik deed een paar passen zijn kant op
er was niets om ons heen
de huizen waren monddood
toen hij me zag kwam hij met enige moeite overeind
en knikte me vriendelijk toe
daarop wandelde hij met kalme passen
het voorhout af en sloeg de hoek om
![]() |
In de koningsgezinde Sociëteit De Witte hangt op de eerste etage dit in 1926 geschilderde portret van Prins Hendrik. |
ik ging hem niet achterna
even hoorde ik het tikken
van zijn stok
toen was hij weg
inderdaad
in zijn gezicht leek hij een ietsje ouder geworden
maar hij ging nog altijd onberispelijk gekleed
Zie hier het interview met Dolf Brouwers waarin hij vertelt over Louis Couperus en Prins Hendrik