Helga Ruebsamen
Het meisje was geen vlag op een modderschuit, zo als ze daar op de drempel van het Scheveningse visserswoninkje stond, het was erger.
Liefde op Scheveningen (1988)
Als je nu toch in vergelijkingen wilde spreken, dan was dit meisje een pikant, uitheems stuk dameslingerie, dat wie-weet-hoe in de mast was aangewaaid. Ze stond in de deurpost alsof ze hier thuishoorde. Maar dat was geenszins het geval. Ze was op bepaalde manier te mooi voor hier, anders mooi dus en ook te dun, maar bovenal was ze te donker, ook al was het zonnetje dit jaar niet van het firmament weggeweest.
Buurtbewoners drentelden langs met gemengde gevoelens en gaapten het grietje aan met gemelijke blikken: wat deed dat hier op hun duin? Een toevallige voorbijganger, die op zijn oog zijn gevoel afging, had kunnen geloven dat hier een verdwaalde prinses terecht was gekomen, een prinses uit een sprookje en dan niet eentje, die maar één onooglijke kikker uit een vieze vijver zich toe had gelokt, maar eentje die hier een hele kolonie van die gedrochten om zich heen had verzameld. De voorbijganger zou zich terecht na zo’n aanblik met spoed verwijderen, hier hing immers drama in de lucht. Alsof je op de sloop aan het scharrelen bent naar een nog redelijk bandje en daar ineens een puntgave Maserati aantreft bovenop het oud roest. Wie wil in zoiets betrokken raken?
![]() |
De Reepstraat in 1913 |
In dit straatje, bovenop het duin, scheen weinig te gebeuren, maar beneden aan de boulevard was er volop afleiding, steeds scheurden politiewagens en ambulances met loeiende sirenes af en aan, vaker nog dan anders. Het kwam ongetwijfeld door de ongewone hitte in deze maar niet eindigende zomer.
Buurvrouw, die een nieuw, zebragestreept badpak droeg onder haar openhangend keukenschort, maak te plotseling in haar rolstoel haar opwachting met stoffer en blik en ledigde met grote vanzelfsprekendheid de inhoud van het blik in de emmer water met geschilde aardappels, die naast Cootje’s stoel stond.
Op het water dreef nu een dikke kraag droge vogelstront. Terwijl ze er alledrie met ontzetting naar keken haalde buuf uit haar schortzak twee eitjes, die ze als een echte goochelaar nog even tussen duim en wijsvinger onder de neuzen van haar publiekje liet rondgaan.
![]() |
Scheveningse vrouwen droegen een oncomfortabel hoofdijzer waarover een witte muts werd gespannen. Om de schouders een schoudermantel die aan de voorkant met een haak en oog werd vastgezet. |
Deze hele aktie, omdat er weleens wat rommeltjes uit Koos zijn duiventil in buurvrouws rozenperk waaiden. Wie hield er nou ook rozen op een plat van twee bij twee? De woede van Gootje zocht sissend een doelwit. Ze draaide zich in de richting van het meisje, maar dat had de handjes voor de ogen geslagen. Zou ze daar achter stiekem staan gniffelen? Bij die mensen wist je het nooit. Hielden die mensen ook duiven of vraten ze ze alleen maar op? Je kon het zo raar niet verzinnen of die mensen vraten het op, al wat liep, kroop of vloog, maar midden in haar gedachtengang werd Gootje getroffen doordat de handjes weer naar beneden kwamen en de bijna-betraande ogen begonnen te stralen als sterren.
Er voltrok zich een wezenlijke verandering in het kind, hoofdje luisterend opgeheven, lijf gespannen, als een hond die zijn haas hoort aankomen, ja, als het had kunnen kwispelen had het vast en zeker gekwispeld. En er was in de hele straat nog niets te bekennen. Tot Gootjes onuitsprekelijke ergernis kwam even later een goudkleurige slee, waar had hij die nu weer vandaan, aangetuft met uit het open raampje het hoofd van haar Koos.
![]() |
Mannen in Scheveningse dracht in de Oude Kerk in september 2019. |
Haar Koos hield niet van achterbakse kritiek, daar werd hij bloedlink en witheet. En aan zijn duifjes moest je natuurlijk niet komen. Een vorige keer had hij de buuf uit haar rolstoel gelicht en meegezeuld, over zijn schouder, naar de til op het dak.
Goedbedoeld, zodat ze ook eens een uurtje kon genieten van wat toch een leerzame hobby was, duifies. Maar het had veel heisa gegeven. De politie was buuf nog met een hoogwerker komen oppikken, zo’n stampei had ze daarboven gemaakt.
Zoiets wilde Gootje liever geen tweede keer mee maken en daarom handelde zij thans als de weer licht, de auto stond nog niet eens helemaal stil of ze had haar teil al bovenop de emmer getild, ziezo, daar viel geen ongerechtigheid meer te bekennen, nu nog die dingen op het troittoir, nou, vooruit dan maar, zuchtend kwam Catootje met haar geweldige lijf overeind en ging staan, met één brede voet op de gebroken en bijna gebakken eieren. Au, maar het moest.
![]() |
De Ducdalfstraat in 1979. |
Eerst liet hij het portier negentig graden open zwaaien, toen draaide hij zich een kwartslag op de zitting en bracht traag het ene, vervolgens het andere kolossale been buitenboord. Zo bleef hij zitten met gestrekte benen. Hij was barrevoets en keek naar zijn tenen die hij spreidde en kromde. Maar niets bracht soelaas met dit pokkeweer. Geeuwend bracht hij een godver de godver voort en keek verwonderd naar zijn moeder die daar maar voor paal bleef staan aan de rand van de stoep.
![]() |
Scheveningse klederdracht in 2019. |
![]() |
Het gebied ten noorden van het Kurhaus, waaronder het Noorderstrand, ging in 2019-2020 volledig op de schop. |