Sarief Bastaman Saleh was een Haags-Javaanse exotische schilder die ruim twintig jaar in Europa woonde en studeerde. Deze 'Oosterse Prins' was opgeleid in de Romantische traditie, maar werd beroemd met zijn (jacht)taferelen met buffels, herten, leeuwen en tijgers.
![]() |
Johann Karl Baehr schilderde Raden Saleh in 1842 als een Arabische prins. |
Adelijk
Raden is een adellijke aanspreektitel die in delen van Nederlands-Indië gevoerd werd. Het betekent zoiets als hoogheid.
De adellijke Salèh Sarief Bustaman, kreeg zijn eerste schilderlessen van de kunstschilder Antoine Payen in Weltevreden, een voorstad van Batavia. Payen 'leerde hem omgaan met terpentijn en lijnolie, met palet en tempermes, hij leerde hem de hand dienares maken van het oog en gaf hem een begrip van westersche kunst'. Sariefs talent viel op.
Saleh was echter familie van de in ongenade gevallen regent van Semarang Soero Adi Mengallo.
Dus toen de inspecteur van Financiën De Linge 'de Javaanse jongeling' in 1929 inhuurde, kwam dit goed uit. Saleh mocht op voordracht van gouverneur-generaal Van der Capellen mee als klerk naar Nederland om De Linge Maleis en Javaans te leren.
Daarnaast nam Van der Capellen als souvenir aan de Oostelijke gewesten een klein Papoeameisje mee naar Nederland.
![]() |
Raden Sarief Bastaman Saleh schilderde zichzelf als een heer van stand. |
Traineren
Saleh woonde in Den Haag eerst bij de inspecteur van Financiën De Linge. Hij wilde echter niet terug naar Java, maar bleef in Den Haag hangen om beter Nederlands en rekenen en steendrukken te leren.
Antoine Payen, de Belg die Sarief in Oost-Indië had leren schilderen, deed een goed woordje voor hem. Hij verklaarde dat 'son ancien élève', zijn vroegere leerling, voortdurend vorderingen bleef maken en dat Saleh voor zijn landgenoten een voorbeeld kon worden 'comme Javan instruit'.
De Minister van Waterstaat klopte daarna aan bij koning Willem I: 'voor opvoeding in Nederland gedurende twee jaar zou ƒ 4000,— uit de Indische geldmiddelen zeker genoeg zijn'.
De koning stemde toe en de Javaanse jongeling werd 'Kind van Staat'.
Saleh was nu de beschermeling van het vorstenhuis geworden en ontving van het van het departement van Koloniën een jaarlijkse toelage van 2000 gulden (nu ruim 21.000 euro).
![]() |
Sarief Bastaman Saleh tekende op veertienjarige leeftijd, in 1925, dit tafereeltje. |
Den Haag
Lessen
Sarief woonde in bij de ambtenaar J. W. Nibbelink aan de Boschkant 237 (nu Prinsessegracht), op de hoek met de Herengracht.
Zijn leraar Nederlands was J. Verhey en van Ten Brummeler leerde Saleh rekenen. Voor zijn schilderlessen wandelde de oosterse prins naar de Prinsegracht 103a (later nummer 31). Hier was het atelier van Cornelis Kruseman gevestigd. Hier werd hij in de Romantische traditie van de negentiende eeuw opgeleid.
Deze bekende portretschilder leerde Sarief vijf dagen per week de kneepjes van het schildersvak. Hij rekende hiervoor 1,50 gulden per dag, oftewel 30 gulden per maand plus een tientje voor de verwarmingskosten. De kosten werden gedeclareerd bij Jean Chrétien Baud, familie van de vrouw van Louis Couperus.
Jean Chrétien Baud Saleh schilderde de luitenant-gouverneur-generaal van Nederlands-Indië Jean Chrétien Baud in 1835. Deze Baud was de begeleider van Saleh en betaalde via het ministerie Saleh's rekeningen.
Baud was de hoogste bestuurder, de gouverneur-generaal, van Nederlands-Indië: 'ik heb tegenwoordig een Javaan, Raden Salih onder mijn opzigt die wonderen verrigt in het vak der teekenkunst. Ik heb hem in aanraking gebragt met Krüseman en hij brengt nu dagelijks 4 uren door in het atelier van dien smaakvolle schilder.'
Deze Jean Baud woonde op het Lange Voorhout. Hij had echter ook een buitenhuis in Voorburg. De diplomatieke Saleh schilderde daar in 1832 'uit erkentelijkheid' de hele familie Baud.
En Baud tekende de declaraties van Saleh: rekeningen van de laarzenmaker Mulder, de apotheek Vigelius, de kleermaker Schrave, de leverancier van verf Hoppen-brouwers, en de boekhandel Van Hoogstraten van Reeder en Weimar in de Papestraat. Dokter Wachter declareerde 1 gulden per bezoek.
Daarnaast ontving Sarief twee keer per jaar ƒ 100,— zakgeld, net zoveel als het halfjaarsalaris van een arbeider.
Sarief ging regelmatig naar het Mauritshuis en volgens Kruseman 'copieerde Saleh zeer vaardig' Rembrandt en Van Dijck. De portier werd uit erkentelijkheid door Saleh geschilderd.
Sarief switchte voor zijn lessen later naar de Haagse landschapsschilder Andries Schelfhout 'op wiens atelier hij bijzonder wel voldoet'.
![]() |
Het Scheepswrak in de storm uit 1837. |
Kortom, Raden Saleh kleedde zich met zijn batisten jabots als de prins die hij volgens zijn omgeving was.
De rekenleraar Ten Brummeler breidde ondertussen zijn takenpakket uit naar wiskunde (f 1,— per les), doorzichtkunde en landmeetkunde. De cursus vergulden werd gegeven door Js. Petrus voor 3 gulden per week.
Risico
![]() |
Gevecht tussen een tijger een een buffel uit 1847. |
Een andere Javaan die door de Engelsen was opgeleid, had zich bij terugkeer naar Indië aangesloten bij een groep opstandelingen onder leiding van de roemruchte Diponegoro. Over Saleh: 'Voor het binnenlandsche bestuur is Saleh mijns inziens bedorven'.
Vrijmetselaars
De acceptatie van de Oosterse Edelman werd in 1836 bevestigd toen Raden Saleh in de Haagse vrijmetselaarsloge Eendracht maakt Macht werd ingewijd. Raden Saleh was daarmee de eerste Aziaat in de Nederlandse loges.
Later werden in Nederlands-Indië ongeveer 35 loges gesticht waarin volgens de orderegels geen onderscheid werd gemaakt tussen leden van verschillende geboorte, sociale status of religie.Raden Saleh maakte rond 1840 diverse schilderijen met oosterse ruiters (Arabieren) op leeuwenjacht.
Ondertussen bleef Sarief traineren, bezwaar maken en uitstel vragen. Hij wilde gewoon niet weg uit Den Haag.
Rond 1837 besloten the powers that be dat Raden Saleh op studiereis naar het buitenland kon worden gestuurd. De schilder wierp tegen dat hij geen Frans sprak en wist zijn verblijf in Den Haag met extra taallessen nog twee jaar te rekken.
Sarief maakte meestal een schilderij voor een bestuurder in de verwachting dat deze dan een goed woordje zou doen. In deze voortdurende zoektocht naar geld en ondersteuning ving Saleh ook wel eens bot.
Baron Van der Capellen bijvoorbeeld 'wenschte niet te acquireeren' omdat er altijd een financiële consequentie aan vast zat.Raden Saleh was gefascineerd door leeuwen. Hij bewonderde deze dieren in de menagerie van dompteur Henri Martin.
Dieren
Raden Saleh was zeer geïnteresseerd in wilde dieren. De dierentuin was echter nog niet uitgevonden en een trip naar een ver land zat er ook niet in.
Sarief moest het daarom doen met de menagerie en circus van Pierre Henri Martin. Deze Martin was de eerste circusartiest die met wilde dieren in een kooi optrad.
Saleh schilderde Martins portret en mocht in ruil de leeuwen bestuderen en schilderen 'in allerlei houdingen en gebaren'. Hij had hiervoor een groot doek van negen bij twaalf voet laten maken.
![]() |
De Leeuwenjacht van Raden Sarief Bastaman. |
Op reis
Sarief volgde niet alleen schilderles, maar studeerde ook Duits en Frans. En na tien jaar op kosten van de regering in Den Haag te hebben gewoond, besloot Salèh in 1839 een reis door België, Frankrijk, Italië en Duitsland te maken. Zijn taallessen kwamen hem daarbij goed van pas.
Saleh kon vooral goed opschieten met hertog Ernst II van Saksen-Coburg-Gotha (Duitsland). Hij woonde jaren lang in het paleis van de hertog in Dresden. Hij was in alle salons een geziene gast en werd de 'zwarte prins' genoemd. Zijn werk verkocht tegen hoge prijzen.
Java
Na ruim 20 jaar in Europa te hebben gewoond, keerde Raden Saleh in 1851 terug naar Java. Hij had de orde van de Eikenkroon en een toelage van 400 gulden waaraan geen tijdslimiet verbonden was op zak.
Hier trouwde de vijfenveertigjarige Sarief met een vijfentwintigjarige weduwe. De rijke Indisch-Europese batikproducente Constancia von Mansfeld betaalde hun nieuwe in neogotische stijl opgetrokken woning.
Het huis stond en staat op hun landgoed in Weltevreden (Cikini), bij Batavia, aan de oevers van de rivier de Tjiliwoeng.
![]() |
Op de stoel de tweede vrouw van Raden Saleh in 1871. Raden Ajoe Saleh Danoe Dirdjo was de nicht van Hamengkoeboewono VI, de zesde sultan (koning) van Djokjakarta. |
Het huwelijk hield tot 1867 stand. Constancia overleed in 1904.
De zestigjarige Saleh trouwde daarna in 1867 met de zevenentwintigjarige Raden Ayu Danudirja. Zij was de nicht van Hamengkoeboewono VI, de zesde sultan (koning) van Djokjakarta.
In 1864 schonk Raden Saleh een stuk land aan de Planten- en Dierentuin. Het landhuis werd na de dood van Raden Saleh het bekende Tjikini- Ziekenhuis. De rest van het landgoed werd nog later volgebouwd.
Geen verzetsheld
De angst vanuit het Nederlandse bestuur dat Sarief zich in Indië als een opstandeling zou ontpoppen, bleek achteraf ongegrond. Saleh in 1868: 'Zou ik na 23 jaren lang in Europa in beschaafde kringen verkeerd te hebben mij hier verlagen om mij in gezelschap te mengen van bandieten en oproermakers en wat meer zegt, samen te spannen met zulks gespuis om mij op te werpen tegen het gouvernement dat mij tot den huidige dag nog steeds met weldaden overlaadt?'
![]() |
Raden Sarief Bastaman Saleh was een Indisch Nederlandse schilder die vooral bekend werd om zijn schilderijen van jachtpartijen en dierengevechten. Deze foto werd in 1871 geschoten. |
Overlijden
Na zijn plotselinge dood in 1880 deden de wildste geruchten de ronde. Saleh zou zijn vermoord door een misdadiger die zijn horloge wilde stelen.
Een ander verhaal was dat de vrouw van een bediende ooit van diefstal was beschuldigd en deze had nu wraak genomen door de schilder te vergiftigen.
Graf
In 1923 werden de overwoekerde en vergeten graven van Raden Saleh en zijn vrouw Raden Ayu Danuredjo in Batavia teruggevonden.
Na de onafhankelijkheid van Indonesië gaf de eerste president van de Republiek Indonesië Soekarno in september 1953 opdracht om het graf van Raden Saleh te restaureren en te verfraaien.
Het graf is te bezoeken op de kruising van de Raden Saleh Gang RT 03 06 Empang Village en Jl. Pahlawan No.60, RT.02/RW.06, Empang, Kec. Bogor Sel., Kota Bogor, Jawa Barat 16132, Indonesië.
De tekst op het graf:
RADEN SALEH.
Djoeroegambar dari Sri Padoeka Kandjeng Radja Hollanda,
![]() |
Na de onafhankelijkheid van Indonesië gaf de eerste president van de Republiek Indonesië Soekarno in september 1953 opdracht om het graf van Raden Saleh te restaureren en te verfraaien. |
Commandeur met de Ster der Frans Joseph Orde,
Ridder der Kroonorde van Pruisen,
Ridder van den Witten Valk,
Meninggal di Bogor, 23 April 1880
Prijzen
In 1883 werd in Amsterdam de Koloniale Tentoonstelling gehouden waarin de schilderijen van Raden Saleh getoond werden. De werken werden uitgeleend door koning Willem II en de hertog van Saksen Coburg Gotha.
De schilderijen van Saleh worden tegenwoordig voor grote bedragen verkocht. Het schilderij Perburuan Banteng (Wild Bull Hunt, La Chasse au Taureau Sauvage) werd bijvoorbeeld voor € 7.2 miljoen verkocht aan een anonieme Indonesische verzamelaar.
Onderwerping
In 1857 schilderde Sarief hetzelfde tafereel, maar dan vanuit een Indisch perspectief: de ‘Gevangenneming van Diepo Negoro’. In datzelfde jaar schonk Saleh het werk aan koning Willem III die het vol trots toonde aan ieder die het maar wilde zien.
Veel later werd, historiserend, het schilderij waarop Diponegoro op een gelijke hoogte staat met generaal de Kock gezien als een vorm van verzet. Zowel Diponegoro als Saleh werden na 1950 de symbolen van de strijd voor vrijheid in Nederlands-Indië.
Koningin Juliana bracht in 1978 een staatbezoek aan Indonesië. Het schilderij werd toen vanwege het cultureel akkoord tussen Nederland en Indonesië aan Indonesië cadeau gedaan.
Boschbrand
Willem III, ' als eene geringe huldeblijk van mijnen diepe eerbied en innige erkentelijkheid'.Willem III was in zijn nopjes met het schilderij dat een mooi plekje kreeg in zijn paleis. Zijn nakomelingen waren echter kritischer. Een jaar na de inhuldiging van koningin Wilhelmina werd het schilderij in 1902 eerst opgerold, daarna doormidden gevouwen en vervolgens op een zolder van paleis Het Loo opgeborgen.
Meer dan honderd jaar later kwam het schilderij weer tevoorschijn. Het werd in 2013 uit de erfenis van koningin Juliana voor 3-5 miljoen verkocht aan het National Gallery Singapore. Premier Rutte zei twee jaar later tijdens een Kamerdebat dat de Oranjes met hun privébezit konden doen wat ze wilden.
MisverstandHendrick Hentzepeter was de portier van het Mauritshuis. Zijn portret kwam echter in het Tropenmuseum te hangen met als omschrijving Portret van Hendrick Hentzepeter, koopman te Batavia.
Hendrik Hentzepeter werkte tussen 1824 en 1845 bij het Koninklijk Kabinet van Schilderijen (Mauritshuis). Hij woonde met zijn drie dochters, zijn moeder en een oude dienstmaagd in het souterrain van het museum.
Raden Saleh bezocht rond 1830 regelmatig dit museum om de oude meesters te bewonderen en na te schilderen. De twee mannen raakten bevriend en na zijn rondreis door Europa woonde Raden Saleh tot 1851 zelfs in bij de dochters van de inmiddels overleden Hentzepeter op het Noordeinde.
Deze Henzepeter werd in 1837 geportretteerd door Raden Saleh. Het schilderij werd in 1945 door de kleindochter van Henzepeter aan het Amsterdamse Tropenmuseum cadeau gedaan. Volgens de begeleidende document was de geportretteerde de directeur van het Mauritshuis.
De kleindochter had haar opa echter te hoog ingeschat en het schilderij kwam in het Tropenmuseum te hangen met als omschrijving: 'Hendrik Hentzepeter, koopman te Batavia, gehuld in zwarte jas met grote zwarte bontkraag'. Dit was echter ook niet correct. Hendrik was de portier, een 'mindere ambtenaar' van het Mauritshuis die door Raden Saleh als een heer van stand was afgebeeld.
In 2022 staat een Indonesische film gepland, Stealing Raden Saleh. In deze film steelt een groep jongeren een schilderij van Raden Saleh uit het paleis van de president. Het verhaal is geïnspireerd op de waargebeurde diefstal in 1996 van het schilderij 'Portret van Adolphe Jean Philippe Hubert Desire Bosch' uit 1867.
Het gestolen schilderij dook even later op in Singapore en werd daar door veilinghuis Christies geveild. De diefstal werd echter ontdekt en het schilderij werd daarop naar het museum in Indonesië geretourneerd.
Koloniale Tentoonstelling
Op de Koloniale Tentoonstelling in Parijs in 1931 werden de kolonies van Frankrijk en andere Europese mogendheden in het zonnetje gezet. In het Nederlandse paviljoen werden onder andere schilderijen van Raden Saleh getoond. Op 28 juni 1931 verwoestte een brand het volledige paviljoen, inclusief de werken van Saleh.
![]() |
De Hertenjacht uit 1860. Na zijn terugkeer naar Indie, schilderde Saleh jachttaferelen met Javanen in plaats van Arabieren. De vulkaan op de achtergrond is de Malabar op West Java bij Bandoeng. |
![]() |
Jeanette Mijer-Pietermaat werd in in 1870 door Sarief Bastaman Saleh geschilderd . Zij was de vrouw van gouverneur-generaal Pieter Mijer. |
![]() |
Herman Willem Daendels was van 1807-1810, tijdens de Franse bezetting, de gouverneur-generaal van Nederlands-Indië. Wederom een schilderij van Sarief Bastaman Saleh. |
![]() |
Pangeran Syarif Hamid Alkadri was in de periode 1855-1872 de sultan van Pontianak en prins van Mantawa. Raden Saleh portretteerde hem in 1853. |
![]() |
De graven van Raden Saleh en zijn vrouw in 1958. |