Ongeveer tegelijkertijd met het attractiepark De Efteling werd ook in Den Haag in 1952 een Sprookjestuin geopend. Het koekenhuisje van de heks uit Hans en Grietje, het paleis van de markies uit Carabas, het huisje van de zeven dwergen en nog veel meer sprookjes trokken duizenden kinderen naar Landgoed Oosterbeek
![]() |
Sneeuwwitje in de Sprookjestuin. |
Philips
In mei 1951 vierde het elektronica-concern Philips het zestigjarig jubileum in Eindhoven. De jubileumcommissie van het bedrijf legde een sprookjestuin aan waarbij Philips het elektrotechnische en akoestische apparaat opbouwde en het aannemersbedrijf K. J. de Winter uit Rotterdam voor het bouwkundige en decoratieve gedeelte zorgde. De tuin moest de hele zomer voor het publiek toegankelijk blijven.
Dit plan viel echter in duigen toen een week later op 35 kilometer afstand in Tilburg de pokken uitbrak. Om besmettingsgevaar te voorkomen, werd de tuin gesloten.
![]() |
De ingang van de Sprookjestuin met op de achtergrond de Julianakazerne. |
Den Haag
De contacten met het Algemeen Haags Comité zorgden ervoor dat er een voorstel kwam om de Sprookjestuin twee maanden lang in het Park Marlot neer te zetten.
![]() |
Het bord met de openingstijden. |
Oosterbeek
Park Oosterbeek was in 1935 gekocht door de invloedrijke filmproducent Loet Barnstijn die er de Filmstad Wassenaar stichtte. Na de oorlog was de Filmstad een ruïne en het terrein bezaaid met bunkers. Dit maakte voor de sfeer van de nieuwe Sprookjestuin niet uit. Het bouwbedrijf verplaatste de sprookjesgebouwen vanaf Eindhoven naar het landgoed en Philips plaatste driehonderd schijnwerpers, drieduizend lampen en ruim 15 km elektriciteitskabel.
![]() |
Doornroosje met zes acteurs. |
Acteurs
Het park was dagelijks vanaf 11 uur 's ochtends tot 's avonds laat geopend. Anders dan bij de Efteling waar vanaf het begin met poppen gewerkt werd, startte de Haagse Sprookjestuin met 27 jonge medewerksters en medewerkers die de sprookjes verbeeldden. Verder beelde een balletgroep iedere avond een sprookje uit. Een Wiener wijnhuis en een Colombiaanse koffietent maakte het bezoek compleet.
![]() |
Hans en Grietje. |
Succes
Vergeleken met de huidige pretparken was de Sprookjestuin een zeer kleinschalige uitspanning. Het tot leven brengen van de sprookjes sprak echter tot de verbeelding en de bevolking uit Den Haag en omgeving kwam massaal kennis maken met: Hans en Grietje, Sneeuwkoningin, Tafeltje dekje, de Nieuwe kleren van de keizer, Zwaan kleef aan, de Rattenvanger van Hameln, Doornroosje, Klein Duimpje en de reus, Roodkapje, de Keizer en de nachtegaal, Sneeuwwitje en de zeven dwergen, de Gelaarsde Kat en Ali Baba en de 40 Rovers.
![]() |
De bezoekers van de Sprookjestuin wandelden tussen de benen van de reus door het park binnen. |
Verder werd het personeelsbestand uitgebreid naar 45 medewerkers en enkele levende dieren.
Kort maar krachtig
En ook in 1953 bleef het succes aanhouden; In de vakantieperiode rinkelden de kassa's wekelijks 25.000 keer. Deze prestatie bleef niet onopgemerkt en eigenaar de Winter ontving vanuit Duitsland en Engeland aanbiedingen om ook daar parken op te zetten.
![]() |
Hans en Grietje. |
Wassenaar had echter andere plannen. De gemeente Den Haag wilde het Landgoed Oosterbeek kopen en zo geschiede eind 1953 voor 385.000 gulden. De Winter verplaatste hierop in 1954 zijn sprookjes naar het Van Heutzpark in Coevorden. En dat was het einde van de Haagse Sprookjestuin.
Het park werd gekocht door de gemeente Den Haag, maar bleef wel binnen de Wassenaarse gemeentegrenzen. Het landgoed werd, na een grote renovatie en zonder de sprookjes, voor het publiek geopend op eerste pinksterdag 1954.
![]() |
In 1953 werd de layout van de tuin gewijzigd zodat bezoekers een logischer looproute konden volgen. |
![]() |
Sneeuwwitje en Roodkapje voor een mobiel huisje. |